Willem Frederik Hermans

(Amsterdam, 1921)

 

Biografie

Willem Frederik Hermans werd op 1 september 1921 in Amsterdam geboren. Hij studeerde fysische geografie aan de Universiteit van Amsterdam, promoveerde in 1955 en werd in 1958 benoemd tot lector aan de Rijksuniversiteit van Groningen.

In 1973 nam hij ontslag en vestigde zich als schrijver in Parijs. De laatste jaren van zijn leven woonde hij in Brussel en hij sterft op 27 april 1995.

Hermans debuteert met poëzie. Daarna volgen recensies, essays en verhalen. In 1947 verschijnt zijn romandebuut Conserve. Hij bouwt een zeer omvangrijk oeuvre op. Het grondthema van Hermans’ werk is zijn wereld- en literatuurbeschouwing, volgens welke de werkelijkheid een chaos is. Binnen deze chaos probeert de mens tevergeefs waarheid, identiteit, orde en zin te ontdekken. Vanwege de kritische manier waarop hij aan deze ideeën vorm geeft, groeit hij uit tot een controversiële figuur. Er wordt hem wegens anti-katholieke passages in de roman Ik heb altijd gelijk een proces aangedaan, dat hij overigens heeft gewonnen.

Onder het pseudoniem Age Bijkaart publiceert hij vanaf 1974 opstellen in het Parool, die later gebundeld zijn in Boze brieven van Bijkaart (1977).
In 1977 aanvaardt hij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren, nadat hij eerder andere literaire prijzen, onder andere de P.C. Hooftprijs, geweigerd heeft.
In 1993 schrijft Hermans het boekenweekgeschenk In de mist van het schimmenrijk.

Hermans overleed in 1995.

Bibliografie


Prijzen

1957 Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945
1966 Vijverberg-prijs
1971 P.C. Hooft-prijs voor zijn gehele oeuvre
1977 Prijs der Nederlandse Letteren voor zijn gehele oeuvre